De overdekte markt in Nazca
23 februari 2020 - Chachapoyas, Peru
Blijkbaar was het Tjechische meisje het bangst geweest van ons allemaal, want haar T- shirt was bij haar oksels, rug, flanken en buik compleet doorweekt van het zweet. Kon ik me ook goed voorstellen, hoor, want laten we wel wezen: fysiek gezien zou zij van alle aanwezigen in het vliegtuigje, de minste kracht hebben gehad om de eventueel mentaal gestoorden tegen te kunnnen houden, als die iets waanzinnigs zouden doen. En op haar partner had ze ook al niet kunnen rekenen, want dat was niets anders dan een slappe soepstengel.
Ik had verwacht dat Luie Straatmuzikant mij wel bij de uitgang van Aeropuerta Nazca zou opwachten om mij weer naar het hostel te brengen, maar tot mijn verbazing stond hij er niet Toch ben ik op een of andere manier bij mijn hostel gekomen, vraag me alleen niet hoe en met wie. Het was in ieder geval weer een klassiek geval van een 'onderaannemertje inhuren' , zodat er iemand, aan het einde van de streep, weer wat meer geld overhield.
Rond half elf was ik terug bij mijn hostel.
Ja, en toen? Wat moest ik toen eens gaan doen?
Op mijn hostelkamer kon ik nog maar net een half uur rondhangen voordat ik, ondanks dat mijn koffers nog wel in het hostel mochten blijven staan, daar ook uit moest.
Heel voorzichtig zette ik toen mijn eerste schreden in Peru buiten de gebaande paden. Buiten het strak geregelde. Buiten het altijd maar veilige.
Niet ver van mijn hostel wist ik namelijk een drukke straat te vinden. Deze had ik op de reis naar de luchthaven al gezien. Daar zou vast wat te beleven zijn, dacht ik zo. Op de weg ernaar toe, kocht ik bij een straatverkoper een broodje ei: slechts twee Soles, nog geen eurokwartje en ik moet zeggen, dat broodje was gewoon overheerlijk!
In de drukke straat was het heet, druk en chaotisch. Ik moest erg oppassen dat ik niet door een tuk-tuk, pickup-truck, bromfiets of auto werd overreden. Uiteindelijk bereikte ik dat wat ik al lopende in de drukke straat als mijn eigen en veel goedkopere bezienswaardigheid van de dag had aangemerkt: een overdekte markt. Met de zanderige aarde als vloer en golfplaten als dak. Als een voetbalveld zo groot. Stervensdruk. Vol met rook van allerhande gebraden beesten. Kleurig van het fruit en vol met zichtbare en verborgen armoede.
"Ah, dit is het echte Peru", dacht ik voldaan. Daar was ik na Lima al een tijdje naar op zoek geweest!
Bij het eerste stalletje waar het fruit er niet al te rot uitzag, kocht ik een soort vruchtendrank. Geen idee wat het nu precies was, maar het was melkerig, nootachtig, fruitig en bovenal goed te drinken. Schade: 1,20 Soles, slechts 30 eurocent. Daarna ook nog een grote tros druiven en een paar kleine mango's gekocht: Drie Soles, nog geen euro.
Al druiven knabbelend, stappend over kuilen, straathonden ontwijkend en woest om me heen kijkend
(want ik wilde niets missen)
liep ik over de markt. Natuurlijk was ik daar de vreemdeling, dat was duidelijk te zien. Mijn spierwitte, schone shirt, mijn welvaartsbuik, mijn zonnebril die ik op bleef houden, ondanks dat de donkerte maar net door een paar lichtstralen tussen de golfplaten werd verdreven, mijn zwarte rugtas op mijn rug: alles schreeuwde het Spaanse woord voor buitenlander: "Gringo!"
Maar ik voelde me niet bedreigd. Bekeken misschien, maar nee, niet bedreigd. Ondertussen zag ik de meest wonderlijke dingen op die markt: hele, kale kippen, dood als een pier, rauw hangend in de buitenlucht, de poten er nog aan, een deken van vliegen eroverheen; de meest vreemdsoortige groenten, fruit en bladgroenten, de een nog onbekender voor me dan de ander; een complete huishoudelijke inventaris, zoals men die in de Blokker heeft, gewoon uitgestald in het vieze zand en veel eettentjes waar je voor nog geen 4 Soles, een heel driegangenmenu kon krijgen.
Dit was geweldig! Dit geloofde men thuis nooit!
Bij 1 van die eettentjes ging ik zitten. Ik bestelde een koffie en ik kreeg heet water met een pot Nescafe er naast. Zelf scheppen. Toch lekker. En voor die ene Soles, wat kan je dan ook verwachten?
Terwijl ik mijn koffie op dronk, uploadde ik wat foto's in mijn reislog. Toen ik met beide zaken klaar was, stond ik op. Nu had ik nog maar 1 missie: een selfiestick! Want die had ik toch wel nodig, nu mijn reis toch wat allenig bleek!
En ik vond er eentje, net buiten de overdekte markt. Voor slechts 10 Soles, dat terwijl er in Lima mij eentje was aangeboden voor 30 Soles!
Ha!
Zie je wel! Ik begon het wel een beetje te leren, daar in Peru!
" Where you from?", vroeg de oude verkoper me, nadat hij mijn selfiestick in een zakje had gedaan.
" -Hollanda"
-Ah, Cruyf!"
En zijn evenoude maat die naast hem stond:
"Wooden shoes!"
Deze man maakte ook een dansje dat waarschijnlijk een klompendansje had moeten voorstellen.
We lachten allemaal. De gouden tanden blikkerden me om de oren.
Wat was het toch heerlijk! Hoe die buitenlanders Nederland proberen te vangen in maar een paar woorden.
Alhoewel,
Cruyf is nu dood, en die klompen, nou daar lopen we eigenlijk niet meer op. En buiten dat twijfel ik er sterk over of we uberhaupt wel ooit op die klompen gedanst hebben.
Eindelijk eens tijd gehad om weer te schrijven. Heb wel een dag vrij moeten nemen van het programma, maar dat moest ook wel, al drie dragen ziek!
Nu eindelijk beter.
Dan sla je maar over
Maar zal doen wat ik kan!